Soms mag het iets meer zijn. Het goede doel en een verjaardag verenigd. Het Concert d’ Astrée van Emmanuelle Haïm werd 10 jaar en dat werd met verve gevierd. Groot koor, grote solisten, veel solisten. Het kon gewoon niet op. Op 19 december vorig jaar stonden in het Théâtre des Champs Elysées in Parijs voor ‘Une fête baroque!’ minstens honderd man op het podium, met op het programma schijnbaar niet veel: Jean-Philippe Rameau, Jean-Baptiste Lully, Henry Purcell en George Frideric Handel. Het is een chronologische feestelijke wandeltocht geworden door het repertoire van de barok. De grootste hits als het ware, gezongen door de grootste zangers waarmee Haïm geregeld mee samenwerkt. Afgewisseld door heerlijke instrumentale stukjes. Waarbij gelet wordt op een harmonische onderhoudende afwisseling van vrolijk, droef, frivool, pathetisch, grappig. Of ook gewoon tijdloos mooi. Soms buiten de lijntjes gekleurd, zoals in de sambaversie van ‘Sound the Trumpet’ (uit de Birthday ode for Queen Mary van Purcell) gezongen door het contratenorduo van Pascal Bertin en Philippe Jaroussky. Het overkomt je gewoon, je hebt niet duidelijk door waar de overgang gebeurt. Of door het heerlijke komisch talent van de beminnelijke en de onweerstaanbaar grappige Patricia Petitbon. Of door een ‘fasten your seatbelts’-toboganversie uit een oratorium van Handel.

Muzikale persoonlijkheid

Nu heeft Emmanuelle Haïm een zeer goede reputatie als orkestleidster, operadirigente en ook als barokspecialiste. Van Franse origine. Een scherp verstand, ze weet zeer goed wat ze wil, een levendig temperament, felle mevrouw, roodharig. De musiceervreugde spat er af. Nergens routine. Ze weet ook met mensen om te gaan. Eén van de mooiste prestaties uit haar carrière ooit was de Monteverdi-cd die ze onder andere met operadivo Rolando Villazon opnam. Waarbij hij zich aan de regels van het barokspel hield en hij ook binnen het barokwereldje de vurigheid en de weelde van een grote stem binnenbracht.

Het kan niet op

De cd is ordelijk samengesteld. Al het werk van één componist keurig mekaar. Bij de Franse stukken krijg je een duidelijker beeld van hoe het er aan het Franse hof in die tijd aan toe ging, dan door vijf bezoeken aan Versailles. Of nog beter, een combinatie van de twee. Er blijft in je geest iets van een licht pompeuze, goudomrande plechtstatigheid hangen. Kunst van bovenaf. Kunst om de adel te behagen. Handel werkt dan voor degenen die hun kaartjes betalen. Het moet allemaal onmiddellijk overtuigen. Handel werkte ook met de grootste solisten van zijn tijd. Zijn muziek flatteert ook meer de luisteraar.

Haïm bracht ook een pleïade van zangers van wereldniveau samen: Anne Sofie von Otter, Stéphane Degout, Patricia Petitbon, Topi Lehtipuu, Philippe Jaroussky, Laura Claycomb, Anne Hallenberg, Nataly Dessay, Sara Mingardo, Rolando Villazon (jammer genoeg allerminst subtiel), Sandrine Piau. En ook mindere goden. Ze bracht hitjes en stukken van een hartverscheurende eeuwige schoonheid samen. Het mag eigenlijk niet in deze tijden van musicologisch verantwoorde muziek, van rechtlijnige esthetiek. Maar voor één keer moeten de principes het feest niet komen verstoren.